Carley 1922-1925
De geschiedenis van Waalhaven werd door de mensen gemaakt die op ons vliegveld werkten en vooral de mensen én de bedrijven, die Waalhaven gebruikten.
Door hen ontwikkelde zich een stuk luchtvaartgeschiedenis, ook door de soms bijna dramatische pogingen om een doel te bereiken...
In het achtste artikel over Waalhaven spraken we over de Nationale Vliegtuig Industrie (N.V.I.) te Den Haag.
Vanuit zijn eerdere werkplaats en ‘vliegschool’ in Ede ging een zekere Joop Carley in 1922 naar de NVI om daar de leiding op zich te nemen.
Daarna kwam ook Koolhoven erbij als constructeur (ontwerper). Carley bracht twee eigen vliegtuigen uit Ede mee, onder de nummers Cl en C2.
De eerste werd later gesloopt.
Bij de NVI bouwde men een nieuw lesvliegtuig, de C 3. Deze C 3 werd door de Luchtvaart Afdeling van het Nederlandsche Leger op Soesterberg getest, samen met een nieuw Fokkervliegtuig.
Carley's toestel werd niet gekozen door de LA.
Bij Fokker werd een serie vliegtuigen besteld. Carley was heel teleurgesteld...
Toen en lange jaren daarna, scheen het of Fokker met protectie te maken had, dat wil zeggen: voorspraak genoot vanuit invloedrijke kringen.
Ook toen Fokker dacht van Amsterdam-Noord naar Rotterdam te verhuizen, waren er krachten, die dat tegenhielden.
Tijdens de ICAR, die zich in september 1922 op Waalhaven afspeelde, was Carley's vliegtuig C2 op ons vliegveld.
Er was bijna geen dag of er werd met dat toestel gevlogen door de militaire Kapt, vlieger Van Heystl!
Uit teleurstelling over de afgewezen C 3 verliet Carley de NVI en ging helemaal voor zichzelf een ander vliegtuig bouwen samen met twee mensen, die hij kende uit Ede, de heren Slot en v.d. Kwast.
Ze maakten een klein toestelletje dat de 'Carley-baby' werd genoemd.
Zoals de foto laat zien, rolden ze ermee Waalhaven binnen, langs de portier wel te verstaan!
De Carley-baby was een succesnummer!
Na een wat sterker motortje werd er gevlogen boven het Scheveningse strand op speciale dagen.
In december 1923 vloog onze Belgisch/Charloisse piloot Raparlier met het toestelletje naar Parijs.
Twee maanden bleef de Carley-baby daar en werd aan alle kanten bekeken door Franse deskundigen.
Het vliegtuig werd als een Hollands wonder beschouwd.
Door hen ontwikkelde zich een stuk luchtvaartgeschiedenis, ook door de soms bijna dramatische pogingen om een doel te bereiken...
In het achtste artikel over Waalhaven spraken we over de Nationale Vliegtuig Industrie (N.V.I.) te Den Haag.
Vanuit zijn eerdere werkplaats en ‘vliegschool’ in Ede ging een zekere Joop Carley in 1922 naar de NVI om daar de leiding op zich te nemen.
Daarna kwam ook Koolhoven erbij als constructeur (ontwerper). Carley bracht twee eigen vliegtuigen uit Ede mee, onder de nummers Cl en C2.
De eerste werd later gesloopt.
Bij de NVI bouwde men een nieuw lesvliegtuig, de C 3. Deze C 3 werd door de Luchtvaart Afdeling van het Nederlandsche Leger op Soesterberg getest, samen met een nieuw Fokkervliegtuig.
Carley's toestel werd niet gekozen door de LA.
Bij Fokker werd een serie vliegtuigen besteld. Carley was heel teleurgesteld...
Toen en lange jaren daarna, scheen het of Fokker met protectie te maken had, dat wil zeggen: voorspraak genoot vanuit invloedrijke kringen.
Ook toen Fokker dacht van Amsterdam-Noord naar Rotterdam te verhuizen, waren er krachten, die dat tegenhielden.
Tijdens de ICAR, die zich in september 1922 op Waalhaven afspeelde, was Carley's vliegtuig C2 op ons vliegveld.
Er was bijna geen dag of er werd met dat toestel gevlogen door de militaire Kapt, vlieger Van Heystl!
Uit teleurstelling over de afgewezen C 3 verliet Carley de NVI en ging helemaal voor zichzelf een ander vliegtuig bouwen samen met twee mensen, die hij kende uit Ede, de heren Slot en v.d. Kwast.
Ze maakten een klein toestelletje dat de 'Carley-baby' werd genoemd.
Zoals de foto laat zien, rolden ze ermee Waalhaven binnen, langs de portier wel te verstaan!
De Carley-baby was een succesnummer!
Na een wat sterker motortje werd er gevlogen boven het Scheveningse strand op speciale dagen.
In december 1923 vloog onze Belgisch/Charloisse piloot Raparlier met het toestelletje naar Parijs.
Twee maanden bleef de Carley-baby daar en werd aan alle kanten bekeken door Franse deskundigen.
Het vliegtuig werd als een Hollands wonder beschouwd.
1923 - Zo rolde de Carley-baby Waalhaven binnen, rechts is hangaar A te zien.
Daarna, op de terugtocht naar Waalhaven, kwam Raparlier een KLM-vliegtuig tegen, dat op weg was naar Parijs. Even hadden de piloten 'oogcontact'.
De KLM-piloot maakte handbewegingen (ze hadden geen radio).
Hij bedoelde: "Ga terug!".
Raparlier ging niet terug. Wat de KLM-piloot bedoelde, zag Raparliar wat later...
Boven België was het héél slecht weer!
Lage donkere luchten met hagel en regenbuien en een onberekenbare Noordoosten tegenwind.
In z'n open cockpitje ging Raparlier zoveel mogelijk om de buien heen.
Hij ging heel laag over het hem bekende landschap en óm Brussel heen.
Carley's vliegtuig had heel goede vliegeigenschappen en Raparlier was een beste piloot!
Dat was duidelijk toen Waalhaven eindelijk weer bereikt was.
Echter terwijl de piloot en het vliegtuig in Parijs waren, werd het driemanschap dat de 'baby' gemaakt had én de 'baby' ingelijfd in de Vliegtuig Industrie "Holland" in Rijswijk.
Daar werd toen een wat meer volgroeid 'Holland-kindje' gebouwd, waarmee Raparlier opnieuw naar Parijs vloog.
De Franse pers was weer vol lof!
Ook zou de "Holland"- fabriek drie 2-persoons-vliegtuigen bouwen.
Dit laatste werd echter stopgezet, omdat het bouwen veel geld kostte.
Misschien vanwege de geldprijzen zou men met het 'Holland-vliegtuig' aan een soort Tour de France door de lucht meedoen.
Maar het driemanschap kreeg onenigheid en Carley werd aan de kant gezet...
Kort daarna ging de "Holland"-fabriek failliet!
Toen was er nóg een andere fabriek in Den Haag, die alles opkocht.
Dat was de meubelfabriek PANDER.
De twee heren Slot en v.d. Kwast gingen mee, zonder Carley...
De houtbewerkers van Pander maakten een houten vliegtuig, de Pander D.
De vormen van dat toestel lieten toch duidelijk nog de verwantschap met de 'Carley-baby' zien!
De KLM-piloot maakte handbewegingen (ze hadden geen radio).
Hij bedoelde: "Ga terug!".
Raparlier ging niet terug. Wat de KLM-piloot bedoelde, zag Raparliar wat later...
Boven België was het héél slecht weer!
Lage donkere luchten met hagel en regenbuien en een onberekenbare Noordoosten tegenwind.
In z'n open cockpitje ging Raparlier zoveel mogelijk om de buien heen.
Hij ging heel laag over het hem bekende landschap en óm Brussel heen.
Carley's vliegtuig had heel goede vliegeigenschappen en Raparlier was een beste piloot!
Dat was duidelijk toen Waalhaven eindelijk weer bereikt was.
Echter terwijl de piloot en het vliegtuig in Parijs waren, werd het driemanschap dat de 'baby' gemaakt had én de 'baby' ingelijfd in de Vliegtuig Industrie "Holland" in Rijswijk.
Daar werd toen een wat meer volgroeid 'Holland-kindje' gebouwd, waarmee Raparlier opnieuw naar Parijs vloog.
De Franse pers was weer vol lof!
Ook zou de "Holland"- fabriek drie 2-persoons-vliegtuigen bouwen.
Dit laatste werd echter stopgezet, omdat het bouwen veel geld kostte.
Misschien vanwege de geldprijzen zou men met het 'Holland-vliegtuig' aan een soort Tour de France door de lucht meedoen.
Maar het driemanschap kreeg onenigheid en Carley werd aan de kant gezet...
Kort daarna ging de "Holland"-fabriek failliet!
Toen was er nóg een andere fabriek in Den Haag, die alles opkocht.
Dat was de meubelfabriek PANDER.
De twee heren Slot en v.d. Kwast gingen mee, zonder Carley...
De houtbewerkers van Pander maakten een houten vliegtuig, de Pander D.
De vormen van dat toestel lieten toch duidelijk nog de verwantschap met de 'Carley-baby' zien!
1925 - Sleutelen aan de motor van een PANDER D op Waalhaven.
Op de foto, in 1925 op Waalhaven genomen, wordt aan de motor van de Pander D gesleuteld, onder grote belangstelling van het publiek!
Carley was toen voorlopig van het toneel verdwenen en van PANDER zullen we nog heel wat te zien krijgen op ons vliegveld!
Op de foto, in 1925 op Waalhaven genomen, wordt aan de motor van de Pander D gesleuteld, onder grote belangstelling van het publiek!
Carley was toen voorlopig van het toneel verdwenen en van PANDER zullen we nog heel wat te zien krijgen op ons vliegveld!