Het prille begin
Het zijn vooral de mensen die jarenlang voor de KLM op Waalhaven gewerkt hebben, die zich het houten vliegvelddorp als “gezellig” herinneren!
Maar de bezoekers van het Vliegveld, dat waren er in de twintig jaren van het bestaan vele honderdduizenden, kwamen eveneens in die vriendelijke sfeer!
Op mij maakte het grote karwei van het “timmeren aan Waalhaven” ongeveer dezelfde indruk als het bouwen van Speelgoedstad in het stripverhaal dat lang geleden in het Rotterdamsch Nieuwsblad stond, met als hoofdfiguren Tripje en Liezebertha.
Zij ontstonden daarin door het samenvoegen van kurken, eikels, luciferstokjes en koffiebonen. Ook Speelgoedstad was van hout, blokjes dus en er lag zelfs een spoorweg in van blikken speelgoed- rails, enz.
De vliegveldgebouwen werden getimmerd van blanke balken en planken.
Het werden het administratiegebouw (zie foto links onder); de vrachtloods; garages voor de KLM-auto’s; alle lage gebouwen aan de ingang van het vliegveld, waar o.a. de portier zou zitten; ook een groot houten huis, waarin aanvankelijk de douane zou zijn en de Fototechnische Dienst van de KLM. Er zouden ook vliegveldfunctionarissen in wonen.
Dan was er nog een ingewikkeld getimmerte: het restaurant, dat schuin in de hoek van het vliegvelddorp kwam te staan.
Op de terrassen, maar ook van binnenuit, zou men een juweel van een uitzicht hebben op alles wat er buiten gebeurde!
De houten gebouwen waren duidelijk afgescheiden van de toegangsweg naar het vliegveld met een soort kunstig samengestelde “schuttingen”.
Deze benaming is eigenlijk niet juist, want de afscheidingen waren van een kubistische bouwstijl, die een belangrijke rol speelde in het grote geheel van het vliegvelddorp.
Maar de bezoekers van het Vliegveld, dat waren er in de twintig jaren van het bestaan vele honderdduizenden, kwamen eveneens in die vriendelijke sfeer!
Op mij maakte het grote karwei van het “timmeren aan Waalhaven” ongeveer dezelfde indruk als het bouwen van Speelgoedstad in het stripverhaal dat lang geleden in het Rotterdamsch Nieuwsblad stond, met als hoofdfiguren Tripje en Liezebertha.
Zij ontstonden daarin door het samenvoegen van kurken, eikels, luciferstokjes en koffiebonen. Ook Speelgoedstad was van hout, blokjes dus en er lag zelfs een spoorweg in van blikken speelgoed- rails, enz.
De vliegveldgebouwen werden getimmerd van blanke balken en planken.
Het werden het administratiegebouw (zie foto links onder); de vrachtloods; garages voor de KLM-auto’s; alle lage gebouwen aan de ingang van het vliegveld, waar o.a. de portier zou zitten; ook een groot houten huis, waarin aanvankelijk de douane zou zijn en de Fototechnische Dienst van de KLM. Er zouden ook vliegveldfunctionarissen in wonen.
Dan was er nog een ingewikkeld getimmerte: het restaurant, dat schuin in de hoek van het vliegvelddorp kwam te staan.
Op de terrassen, maar ook van binnenuit, zou men een juweel van een uitzicht hebben op alles wat er buiten gebeurde!
De houten gebouwen waren duidelijk afgescheiden van de toegangsweg naar het vliegveld met een soort kunstig samengestelde “schuttingen”.
Deze benaming is eigenlijk niet juist, want de afscheidingen waren van een kubistische bouwstijl, die een belangrijke rol speelde in het grote geheel van het vliegvelddorp.
Met het timmeren aan Waalhaven is
het administratiegebouw bijna klaar
in 1921, foto K.L.M.
het administratiegebouw bijna klaar
in 1921, foto K.L.M.
Een grote Engelse
Handley-Page op Waalhaven
Handley-Page op Waalhaven
Eerder schreef ik al over de hangaars A en B, die meteen gebouwd werden. Dit werden loodsen van een ruim formaat, waarin flink wat vliegtuigen, uit die tijd, geplaatst konden worden. Tenslotte werd er een metalen vuurtoren van 20 meter hoog gezet, dicht bij de bebouwde noordoostelijke hoek van het vliegveld. In die jaren vlogen de vliegtuigen met “grondzicht”. De piloten keken omlaag, om te zien boven welke plaats men vloog. In de nacht werd er aanvankelijk niet gevlogen, maar toch was de naar boven schijnende vuurtoren op Waalhaven een hulpmiddel voor piloten die zouden vliegen met slecht zicht en wél of niet in het donker.
Er werden meteen voor het radioverkeer, twee antennemasten gebouwd, van 26 meter hoog. Een stond er achter het restaurant en de ander op het voorplein van het vliegveld. In latere jaren zouden deze metalen masten de helft lager gemaakt worden.
Al deze dingen waren toch wel gevaarlijke obstakels voor de vliegtuigen. Daarom waren de hoge hangaars, de antennemasten en de
vuurtoren (die we eigenlijk “lichttoren” zouden moeten noemen) op de toppen van rode lampjes voorzien.
Vele jaren lang was iedereen er aan gewend dat het vliegveld, voor een flink deel, door schuttingen omgeven was en de veraf gelegen delen door een hek van draden. In de beginperiode was die vliegveld- schutting er nog niet. Het kon toen gebeuren dat er plotseling een groot vliegtuig landde, waarna tientallen mannen en jongens, uit de omgeving van de Schulpweg, naar en óp het vliegveld renden!
Zij keken van heel dichtbij naar de voor die tijd kolossale vleugels van een Engelse Handley-Page-tweedekker met twee motoren. Dit beeld is te vinden in de foto’s van de verzameling “Het Charlois van toen”. De foto’s die de heer Anton Bruinzeel gedurende tien jaren, rond Kerst en Nieuwjaar, in de oude school van meester Zuurdeeg tentoonstelde! De oorspronkelijke foto was gescheurd, maar Bruinzeel reproduceerde hem gelukkig wel. Want het was toch een bijzonder moment in de begintijd op het Vliegveld Waalhaven, met al die mensen op klompen en met óók allemaal zo’n landelijke pet op het hoofd, onder de grote vleugel van die Engelse tweedekker!
Er werden meteen voor het radioverkeer, twee antennemasten gebouwd, van 26 meter hoog. Een stond er achter het restaurant en de ander op het voorplein van het vliegveld. In latere jaren zouden deze metalen masten de helft lager gemaakt worden.
Al deze dingen waren toch wel gevaarlijke obstakels voor de vliegtuigen. Daarom waren de hoge hangaars, de antennemasten en de
vuurtoren (die we eigenlijk “lichttoren” zouden moeten noemen) op de toppen van rode lampjes voorzien.
Vele jaren lang was iedereen er aan gewend dat het vliegveld, voor een flink deel, door schuttingen omgeven was en de veraf gelegen delen door een hek van draden. In de beginperiode was die vliegveld- schutting er nog niet. Het kon toen gebeuren dat er plotseling een groot vliegtuig landde, waarna tientallen mannen en jongens, uit de omgeving van de Schulpweg, naar en óp het vliegveld renden!
Zij keken van heel dichtbij naar de voor die tijd kolossale vleugels van een Engelse Handley-Page-tweedekker met twee motoren. Dit beeld is te vinden in de foto’s van de verzameling “Het Charlois van toen”. De foto’s die de heer Anton Bruinzeel gedurende tien jaren, rond Kerst en Nieuwjaar, in de oude school van meester Zuurdeeg tentoonstelde! De oorspronkelijke foto was gescheurd, maar Bruinzeel reproduceerde hem gelukkig wel. Want het was toch een bijzonder moment in de begintijd op het Vliegveld Waalhaven, met al die mensen op klompen en met óók allemaal zo’n landelijke pet op het hoofd, onder de grote vleugel van die Engelse tweedekker!