Pennies from KOOLHOVEN!
Het logo van Koolhoven in de vorm van een speldje
Het zijn de gewone dagelijkse dingen, die wij ons herinneren.
Die herinneringen vormen een soort bindmiddel om over "die goeie ouwe tijd" te praten, meestal gekleurd in een zonniger jasje.
Dit verhaal gaat dus over een stukje rond metaal: over penningen... geen pennies from heaven" maar van Koolhoven
Destijds waren de werknemers van Koolhoven gewend om met penningen om te gaan.
Wanneer ze de fabrieksingang aan de Hangarstraat binnengingen, namen ze een bepaalde penning van het ene penningbord en hingen het weer op aan het andere penningbord.
Dat was het hulpmiddel van de portier om te zien wie er wél of niet op z'n werk aanwezig was.
Het waren dus, zou je kunnen zeggen, "aanwezigheidspenningen".
Die penningen hingen nagenoeg in de open lucht, want ze waren maar nét door een afdakje overkapt!
Daar, op en om het wijde vliegveld, was er veel ruimte voor de wind!
Bij een wélgemikte rukwind over de penningborden, ontstond een markant geluid.
Vooral als er enkele honderden van de duizend penningen werden opgetild en meteen daarna neer tegen het penningbord werden gesmakt.
Gewone dingen, zeggen we nu.
Alhoewel, zó gewoon was het toch niet dat vóór 1940, bijvoorbeeld een werkgever, elke dag koffie liet brengen aan z'n duizend man tellend personeel in de fabriek, maar Koolhoven zorgde hiervoor.
Elke morgen, natuurlijk omstreeks koffietijd, ging Henk Kok met een speciaal daarvoor gemaakte aluminium ketel aan leren riemen op z'n rug, vanuit de kantine de werkplaatsen binnen.
Menigeen keek al naar hem uit! (Het lassen van aluminium stond toen nog in de kinderschoenen en was nog een moeizaam proces dat toen ook in de Koolhovenfabriek werd toegepast, o.a. bij het maken van de grote koffieketel!)
De messing koffiepenning lag reeds klaar naast het gereedschap.
Eerder, buiten werktijd, waren die penningen gekocht in de kantine voor drie cent per stuk. De koffiemunt
Dat maakte het rondbrengen van de koffie een stuk gemakkelijker.
Overigens was dat al zo efficiënt mogelijk gemaakt.
Want vanaf de koffieketel (met hete inhoud) liep aan de linkerzijde van Henk een koperen buisje naar voren met aan het eind een kraantje om de koffie te kunnen schenken.
Op de witte jas die onze koffieman droeg, zie ik in m'n herinnering een bruine vlek, van onder het kraantje gemorste koffiedruppels.
Aan de rechterkant waren, in een ring aan een stang een flink aantal papieren bekers, precies zoals er nu van plastic zijn.
Op deze manier werd in een rap tempo (als regel van negen uur tot half elf) het Koolhovenpersoneel van koffie voorzien.
's Middags werd er thee rondgebracht.
Op een gegeven moment waren de orders zo talkrijk, dat Koolhoven besloot dat de theepauze maar moest worden afgeschaft.
Vooral omdat diverse personeelsleden nog wel eens een paar minuutjes stalen.
De typistes besluiten samen met hun cheffin Do van der Sloot een poging te doen om Koolhoven op andere gedachten te brengen.
Op een warme middag in juli 1939, stellen de jongedames zich op voor zijn open raam.
Er is net een buitenlandse delegatie op het kantoor Frits Koolhoven.
De dames zingen op de melodie van "the Lambeth Walk"uit de musical "Me and my Girl" de voor deze speciale gelegenheid aangepaste tekst:
Die herinneringen vormen een soort bindmiddel om over "die goeie ouwe tijd" te praten, meestal gekleurd in een zonniger jasje.
Dit verhaal gaat dus over een stukje rond metaal: over penningen... geen pennies from heaven" maar van Koolhoven
Destijds waren de werknemers van Koolhoven gewend om met penningen om te gaan.
Wanneer ze de fabrieksingang aan de Hangarstraat binnengingen, namen ze een bepaalde penning van het ene penningbord en hingen het weer op aan het andere penningbord.
Dat was het hulpmiddel van de portier om te zien wie er wél of niet op z'n werk aanwezig was.
Het waren dus, zou je kunnen zeggen, "aanwezigheidspenningen".
Die penningen hingen nagenoeg in de open lucht, want ze waren maar nét door een afdakje overkapt!
Daar, op en om het wijde vliegveld, was er veel ruimte voor de wind!
Bij een wélgemikte rukwind over de penningborden, ontstond een markant geluid.
Vooral als er enkele honderden van de duizend penningen werden opgetild en meteen daarna neer tegen het penningbord werden gesmakt.
Gewone dingen, zeggen we nu.
Alhoewel, zó gewoon was het toch niet dat vóór 1940, bijvoorbeeld een werkgever, elke dag koffie liet brengen aan z'n duizend man tellend personeel in de fabriek, maar Koolhoven zorgde hiervoor.
Elke morgen, natuurlijk omstreeks koffietijd, ging Henk Kok met een speciaal daarvoor gemaakte aluminium ketel aan leren riemen op z'n rug, vanuit de kantine de werkplaatsen binnen.
Menigeen keek al naar hem uit! (Het lassen van aluminium stond toen nog in de kinderschoenen en was nog een moeizaam proces dat toen ook in de Koolhovenfabriek werd toegepast, o.a. bij het maken van de grote koffieketel!)
De messing koffiepenning lag reeds klaar naast het gereedschap.
Eerder, buiten werktijd, waren die penningen gekocht in de kantine voor drie cent per stuk. De koffiemunt
Dat maakte het rondbrengen van de koffie een stuk gemakkelijker.
Overigens was dat al zo efficiënt mogelijk gemaakt.
Want vanaf de koffieketel (met hete inhoud) liep aan de linkerzijde van Henk een koperen buisje naar voren met aan het eind een kraantje om de koffie te kunnen schenken.
Op de witte jas die onze koffieman droeg, zie ik in m'n herinnering een bruine vlek, van onder het kraantje gemorste koffiedruppels.
Aan de rechterkant waren, in een ring aan een stang een flink aantal papieren bekers, precies zoals er nu van plastic zijn.
Op deze manier werd in een rap tempo (als regel van negen uur tot half elf) het Koolhovenpersoneel van koffie voorzien.
's Middags werd er thee rondgebracht.
Op een gegeven moment waren de orders zo talkrijk, dat Koolhoven besloot dat de theepauze maar moest worden afgeschaft.
Vooral omdat diverse personeelsleden nog wel eens een paar minuutjes stalen.
De typistes besluiten samen met hun cheffin Do van der Sloot een poging te doen om Koolhoven op andere gedachten te brengen.
Op een warme middag in juli 1939, stellen de jongedames zich op voor zijn open raam.
Er is net een buitenlandse delegatie op het kantoor Frits Koolhoven.
De dames zingen op de melodie van "the Lambeth Walk"uit de musical "Me and my Girl" de voor deze speciale gelegenheid aangepaste tekst:
"In den goeden ouden tijd,
Werden wij met thee verblijd, 't Gaf nieuwen moed, Want thee doet je zoo goed! Wij komen U thans smeeken, De hand over 't hart gestreken! Geef onzen zin, Trek het theeverbod in. Lieve Baas, och, hoor ons aan, Laat ons naar de club weer gaan. 't Geeft nieuwen moed, Want thee doet je zoo goed! Dankbaar zullen wij U zijn Wij toch vinden thee zoo fijn. 't Geeft nieuwen moed, Want thee doet je zoo goed!" |
Mocht u willen meezingen, hiernaast kunt u de muziek afspelen |
|
Het gewenste resultaat blijft niet uit.
Koolhoven gaat overstag en de theepauze is weer terug.
Naast de messing koffiepenning, kende elke werknemer in de werkplaats ook nog de gereedschapspenning.
Ieder in de werkplaats had er tien.
Bij het lenen van gereedschap uit het magazijn moest daarvoor zo'n penning worden afgegeven.
Bij het terugbrengen van het gereedschap, kreeg men ook de penning terug.
De gereedschapsmunt
De foto's laten zien dat de messing koffiepenning vrijwel even groot was als een euro.
Aan de voorzijde is de penning voorzien van het Koolhovenlogo, aan de achterzijde glad.
De gereedschapspenning was wat groter.
Aan de voorkant voorzien van een nummer, om te kunnen zien wie het betreffende gereedschap geleend had.
Aan de achterkant was een klein rond stempeltje met de letters K en V van "Koolhoven Vliegtuigen", zodat het namaken niet gemakkelijk zou zijn.
Koolhoven gaat overstag en de theepauze is weer terug.
Naast de messing koffiepenning, kende elke werknemer in de werkplaats ook nog de gereedschapspenning.
Ieder in de werkplaats had er tien.
Bij het lenen van gereedschap uit het magazijn moest daarvoor zo'n penning worden afgegeven.
Bij het terugbrengen van het gereedschap, kreeg men ook de penning terug.
De gereedschapsmunt
De foto's laten zien dat de messing koffiepenning vrijwel even groot was als een euro.
Aan de voorzijde is de penning voorzien van het Koolhovenlogo, aan de achterzijde glad.
De gereedschapspenning was wat groter.
Aan de voorkant voorzien van een nummer, om te kunnen zien wie het betreffende gereedschap geleend had.
Aan de achterkant was een klein rond stempeltje met de letters K en V van "Koolhoven Vliegtuigen", zodat het namaken niet gemakkelijk zou zijn.