Het vlot voor watervliegtuigen in de Waalhaven
Nog vóór het luchtvaartblad "Het Vliegveld" het bericht bracht dat watervliegtuigen nu óók van De Waalhaven gebruik mochten maken, verscheen er al een vliegtuig op drijvers.
In de Zuidoosthoek van De Waalhaven was een flink vlot aan het eerste steiger gelegd, zoals de foto laat zien.
Met eb en vloed bewoog het vlot zich omlaag en omhoog langs de dukdalven.
Met de punten van de drijvers voorzichtig op het schuin liggende vlot en verder goed vastleggen, dan kon er niets gebeuren!
Dit JUNKERS F.13 vliegtuig met de Duitse registratie D 260 was een klein verkeersvliegtuig.
Eén van de merkwaardigheden van de Junkers-vliegtuigen was dat er als "huid" van de romp en de vleugels géén vlakke plaat maar GEGOLF¬DE aluminium plaat was gebruikt.
Junkers-toestellen werden in de jaren voor de 2e Wereldoorlog zeer veel gebruikt.
De golvingen over het hele vliegtuig waren enkele centimeters hoog en breed.
Zij liepen allen van vóór naar achteren, zoals ook de lucht zou stromen tijdens het vliegen.
Ongetwijfeld is dit sterker geweest dan het vliegtuiglinnen of - triplex dat bij de vliegtuigbouw in ons land werd gebruikt.
Het vliegtuig op de foto bij het vlot, is te ver weg om de golvingen in de huidplaten te kunnen zien.
We zien wel dat de Junkers een 'laag'dekker was.
De Duitse fabriek zou de transportvliegtuigen altijd als laagdekker uitvoeren.
Dat vergelijken we nu met de vliegtuigen van Koolhoven:
Nadat Koolhoven in de le Wereldoorlog in Engeland werkte, wilde hij nooit laagdekkers bouwen!!
"Want die vallen om", beweerde hij.
Daar hadden ze bij Junkers beslist geen last van!
Dat moet Koolhoven toch ook wel gezien hebben!
We houden ons nog even met de eigenlijke "WAALHAVEN" bezig:
De andere foto is vanuit de "vuurtoren" genomen, 22 meter boven de grond.
Deze toren stond aan de noordzijde van het vliegveld, dit wil zeggen aan de zuidzijde van De Waalhaven.
Daar was (en is er nóg) een hele rij lange steigers.
In de twintiger jaren van de vorige eeuw werden daar schepen 'opgelegd'.
Er was voor die schepen geen werk meer.
We zien rechts vooraan en helemaal achteraan enkele rijen sleepboten.
Dikwijls waren daar (grotere en mooiere) Rijnsleepboten bij.
Op deze foto zien we ook een 8-tal kustvaarders, "coasters" zeggen we nu.
De masten wijzen stoer omhoog en vormen zeker een gevaar voor de landende of opstijgende vliegtuigen.
Vrij laag over de masten nadert (uit het noorden) een KLM-Fokker F.3. De KLM had een hele serie (16 stuks) van deze toestellen.
De piloot zat in een open cockpit naast de motor en met z'n hoofd in een uitsparing in de voorrand van de vleugel. Die "uitsparing" was een gat(!) waardoor de luchtstroming tijdens het vliegen werd tegengehouden!
Bij dit vliegtuig, de H-NABV, was de vleugel wat hoger gezet.
We kijken er nu zelfs onderdoor.
Het lelijke gat kon toen dichtgemaakt worden.
Dat scheelt zelfs in de snelheid en daar is men toch voor gaan vliegen!
Op de kaart van De Waalhaven in het vorige artikel, staan plaatsen aangegeven waar de haven in 1923 "ondiep" was. Op de foto is een baggermolen bezig de ondiepten weg te halen.
Zoals we hier gezien hebben, kon een schip het vliegtuig in de weg zitten.
Soms had het vliegtuig een schip nodig!
De lijn naar Londen is altijd belangrijk geweest voor Waalhaven!
De piloten hadden opdracht het Kanaal op het smalste punt over te steken.
De motoren waren nog niet betrouwbaar en in het begin vloog men zonder kompas.
Toen met wél met kompas ging vliegen, was ook die techniek nog niet te vertrouwen!
Echter, de piloten die regelmatig de lijn van en naar Londen vlogen, maakten, soms wat meer naar het noorden, een wat bredere oversteek.
Piloot Hofstra kwam eens in een onverwachte mistbank terecht en raakte verdwaald boven zee.
Hij ontdekte toevallig een schip en wierp een lege lichtkogelhuls op het dek waarin een papier met het verzoek hem de richting van de Hollandse kust te wijzen.
In de Zuidoosthoek van De Waalhaven was een flink vlot aan het eerste steiger gelegd, zoals de foto laat zien.
Met eb en vloed bewoog het vlot zich omlaag en omhoog langs de dukdalven.
Met de punten van de drijvers voorzichtig op het schuin liggende vlot en verder goed vastleggen, dan kon er niets gebeuren!
Dit JUNKERS F.13 vliegtuig met de Duitse registratie D 260 was een klein verkeersvliegtuig.
Eén van de merkwaardigheden van de Junkers-vliegtuigen was dat er als "huid" van de romp en de vleugels géén vlakke plaat maar GEGOLF¬DE aluminium plaat was gebruikt.
Junkers-toestellen werden in de jaren voor de 2e Wereldoorlog zeer veel gebruikt.
De golvingen over het hele vliegtuig waren enkele centimeters hoog en breed.
Zij liepen allen van vóór naar achteren, zoals ook de lucht zou stromen tijdens het vliegen.
Ongetwijfeld is dit sterker geweest dan het vliegtuiglinnen of - triplex dat bij de vliegtuigbouw in ons land werd gebruikt.
Het vliegtuig op de foto bij het vlot, is te ver weg om de golvingen in de huidplaten te kunnen zien.
We zien wel dat de Junkers een 'laag'dekker was.
De Duitse fabriek zou de transportvliegtuigen altijd als laagdekker uitvoeren.
Dat vergelijken we nu met de vliegtuigen van Koolhoven:
Nadat Koolhoven in de le Wereldoorlog in Engeland werkte, wilde hij nooit laagdekkers bouwen!!
"Want die vallen om", beweerde hij.
Daar hadden ze bij Junkers beslist geen last van!
Dat moet Koolhoven toch ook wel gezien hebben!
We houden ons nog even met de eigenlijke "WAALHAVEN" bezig:
De andere foto is vanuit de "vuurtoren" genomen, 22 meter boven de grond.
Deze toren stond aan de noordzijde van het vliegveld, dit wil zeggen aan de zuidzijde van De Waalhaven.
Daar was (en is er nóg) een hele rij lange steigers.
In de twintiger jaren van de vorige eeuw werden daar schepen 'opgelegd'.
Er was voor die schepen geen werk meer.
We zien rechts vooraan en helemaal achteraan enkele rijen sleepboten.
Dikwijls waren daar (grotere en mooiere) Rijnsleepboten bij.
Op deze foto zien we ook een 8-tal kustvaarders, "coasters" zeggen we nu.
De masten wijzen stoer omhoog en vormen zeker een gevaar voor de landende of opstijgende vliegtuigen.
Vrij laag over de masten nadert (uit het noorden) een KLM-Fokker F.3. De KLM had een hele serie (16 stuks) van deze toestellen.
De piloot zat in een open cockpit naast de motor en met z'n hoofd in een uitsparing in de voorrand van de vleugel. Die "uitsparing" was een gat(!) waardoor de luchtstroming tijdens het vliegen werd tegengehouden!
Bij dit vliegtuig, de H-NABV, was de vleugel wat hoger gezet.
We kijken er nu zelfs onderdoor.
Het lelijke gat kon toen dichtgemaakt worden.
Dat scheelt zelfs in de snelheid en daar is men toch voor gaan vliegen!
Op de kaart van De Waalhaven in het vorige artikel, staan plaatsen aangegeven waar de haven in 1923 "ondiep" was. Op de foto is een baggermolen bezig de ondiepten weg te halen.
Zoals we hier gezien hebben, kon een schip het vliegtuig in de weg zitten.
Soms had het vliegtuig een schip nodig!
De lijn naar Londen is altijd belangrijk geweest voor Waalhaven!
De piloten hadden opdracht het Kanaal op het smalste punt over te steken.
De motoren waren nog niet betrouwbaar en in het begin vloog men zonder kompas.
Toen met wél met kompas ging vliegen, was ook die techniek nog niet te vertrouwen!
Echter, de piloten die regelmatig de lijn van en naar Londen vlogen, maakten, soms wat meer naar het noorden, een wat bredere oversteek.
Piloot Hofstra kwam eens in een onverwachte mistbank terecht en raakte verdwaald boven zee.
Hij ontdekte toevallig een schip en wierp een lege lichtkogelhuls op het dek waarin een papier met het verzoek hem de richting van de Hollandse kust te wijzen.
1923 - De Waalhaven Zuidzijde en Vliegveld Waalhaven Noordzijde.
Men draaide toen het schip in die richting en Hofstra kon met zekerheid verder.
Hij koerste dus naar Waalhaven waar het vliegtuig in het donker geland moest worden.
Maar die landing verliep niet goed...
De kroniekschrijver van "Het Vliegveld" betreurde de schade na de voorspoedige ontmoeting boven zee...
Later werd door Hofstra in het donker weer schade gemaakt.
Tenslotte werd bij een onderzoek gezien dat piloot Hofstra z.g. 'nacht- blind' was, waardoor hij in het donker geen afstand kon schatten...
Voor Hofstra moest er een andere job gezocht worden!
Hij koerste dus naar Waalhaven waar het vliegtuig in het donker geland moest worden.
Maar die landing verliep niet goed...
De kroniekschrijver van "Het Vliegveld" betreurde de schade na de voorspoedige ontmoeting boven zee...
Later werd door Hofstra in het donker weer schade gemaakt.
Tenslotte werd bij een onderzoek gezien dat piloot Hofstra z.g. 'nacht- blind' was, waardoor hij in het donker geen afstand kon schatten...
Voor Hofstra moest er een andere job gezocht worden!