Het ontstaan van Waalhaven
Na de Eerste Wereldoorlog kwamen duizenden piloten ( en ook even zovele oorlogsvliegtuigen) in allerlei landen tot stilstand. Het was daardoor geen wonder dat men snel tot het idee kwam luchtlijnen te gaan vormen tussen landen en steden.
Uitgerekend een voormalige Duitse oorlogsvlieger, Alfred Kerzman, stelde het Rotterdamse Gemeentebestuur voor een vliegveld in te richten!
Hij was adviseur van een nog kort bestaande Nederlandsche Maatschappij voor Luchtvaart.
Ook Pickfords Ltd, een Engels bedrijf, was verlangend een luchtvracht- dienst tussen Londen en Rotterdam te openen.
De Kamer van Koophandel was meteen een voorstander van deze ideeën!
De directeur van Gemeentewerken vond dat Rotterdam, als handelsstad van betekenis, een goed samengesteld vliegveld moest bezitten.
Tijdens een studiereis van de adjunct-directeur van Gemeentewerken, de hr. H.S. de Roode met enkele ingenieurs in januari 1920, was gebleken dat bestaande vliegvelden in Engeland en Frankrijk afgelegen en primitief waren ingericht
Uitgerekend een voormalige Duitse oorlogsvlieger, Alfred Kerzman, stelde het Rotterdamse Gemeentebestuur voor een vliegveld in te richten!
Hij was adviseur van een nog kort bestaande Nederlandsche Maatschappij voor Luchtvaart.
Ook Pickfords Ltd, een Engels bedrijf, was verlangend een luchtvracht- dienst tussen Londen en Rotterdam te openen.
De Kamer van Koophandel was meteen een voorstander van deze ideeën!
De directeur van Gemeentewerken vond dat Rotterdam, als handelsstad van betekenis, een goed samengesteld vliegveld moest bezitten.
Tijdens een studiereis van de adjunct-directeur van Gemeentewerken, de hr. H.S. de Roode met enkele ingenieurs in januari 1920, was gebleken dat bestaande vliegvelden in Engeland en Frankrijk afgelegen en primitief waren ingericht
20 juli 1920, het eerste vliegtuig op Waalhaven, een Engelse De Havilland DH-9, foto KLM.
Burgemeester Zimmerman richtte een schrijven aan het College van B en W, waarin stond: “De onder geteekende heeft de eer bijgaand schrijven aan Heeren Burgemeester en Wethouders door te zenden en veroorlooft zich nog eens de welwillende aandacht van het College te vestigen op het groote belang voor Rotterdam betrokken bij de nationale en internationale luchtvaart en bij goede gelegenheden voor het opstijgen en dalen van vliegtuigen”.
Meteen daarop kwam het eerste rapport van Gemeentewerken over het toekomstige vliegveld.
Een goed klinkend stuk van de directeur de hr. A.C. Burgdorffer!
Toevallig was er een terrein van 84 ha. ten zuiden van de Waalhaven, vrijwel meteen beschikbaar. Het was reeds met grond opgespoten om als bedrijventerrein te gaan dienen.
Na de grote tentoonstelling in 1919, de E.L.T.A., (Eerste Luchtvaart Tentoonstelling Amsterdam) begon inderdaad het vliegverkeer tussen ons land en Engeland.
Achter die grote belangwekkende ELTA was Plesman, de latere directeur van de KLM, één van de drijvende krachten!
Op 7 oktober 1919 werd de KLM opgericht.
Dat vliegverkeer begon uiterst gering met voormalige oorlogsvlieg- tuigen.
Engelse tweedekkers vervoerden één of hoogstens twee passagiers, die in dikke leren vliegkleding gestoken waren.
Aan onze kant van de Noordzee was Schiphol het eindpunt van de luchtlijn.
Eigenlijk was Schiphol een militair vliegveld dat er in 1916 voor was gereedgemaakt.
Plesman beschikte in 1920 aanvankelijk niet over vliegtuigen voor z’n KLM.
Maar hij had afspraken met Engelsen gemaakt om samen te werken.
Toen Rotterdam besloten had om mee te doen, landde op 26 juli 1920 het eerste luchtpostvliegtuig in de luchtlijn Amsterdam-Londen op Waalhaven.
Gebouwen stonden er in die allereerste beginperiode nog niet.
Op de plaats waar later de eerste “Koolhoven-vliegtuigbouw- loods” zou staan, werd een eenvoudige houten loods gezet.
De Engelse De Havilland vliegtuigen waren tenslotte ook niet groot, maar moesten wel opgeborgen kunnen worden als het weer niet toe zou laten om verder te vliegen.
Op 26 augustus 1920 werd het voorstel om het vliegveld te voltooien door de gemeenteraad aangenomen.
Men had toen al het plan om ooit een vliegveld op de Rechter-Maasoever aan te leggen.
Als gevolg daarvan werden alle benodigde gebouwen van hout gemaakt.
Alleen twee grote hangars (A en B) werden door een firma uit Berlijn in metaalconstructies uitgevoerd.
Toen ontrolde zich het wonderlijk tafereel van het maken van het gezellige houten vliegvelddorp, plank voor plank, in de noordoostelijke hoek van het terrein.
Meteen daarop kwam het eerste rapport van Gemeentewerken over het toekomstige vliegveld.
Een goed klinkend stuk van de directeur de hr. A.C. Burgdorffer!
Toevallig was er een terrein van 84 ha. ten zuiden van de Waalhaven, vrijwel meteen beschikbaar. Het was reeds met grond opgespoten om als bedrijventerrein te gaan dienen.
Na de grote tentoonstelling in 1919, de E.L.T.A., (Eerste Luchtvaart Tentoonstelling Amsterdam) begon inderdaad het vliegverkeer tussen ons land en Engeland.
Achter die grote belangwekkende ELTA was Plesman, de latere directeur van de KLM, één van de drijvende krachten!
Op 7 oktober 1919 werd de KLM opgericht.
Dat vliegverkeer begon uiterst gering met voormalige oorlogsvlieg- tuigen.
Engelse tweedekkers vervoerden één of hoogstens twee passagiers, die in dikke leren vliegkleding gestoken waren.
Aan onze kant van de Noordzee was Schiphol het eindpunt van de luchtlijn.
Eigenlijk was Schiphol een militair vliegveld dat er in 1916 voor was gereedgemaakt.
Plesman beschikte in 1920 aanvankelijk niet over vliegtuigen voor z’n KLM.
Maar hij had afspraken met Engelsen gemaakt om samen te werken.
Toen Rotterdam besloten had om mee te doen, landde op 26 juli 1920 het eerste luchtpostvliegtuig in de luchtlijn Amsterdam-Londen op Waalhaven.
Gebouwen stonden er in die allereerste beginperiode nog niet.
Op de plaats waar later de eerste “Koolhoven-vliegtuigbouw- loods” zou staan, werd een eenvoudige houten loods gezet.
De Engelse De Havilland vliegtuigen waren tenslotte ook niet groot, maar moesten wel opgeborgen kunnen worden als het weer niet toe zou laten om verder te vliegen.
Op 26 augustus 1920 werd het voorstel om het vliegveld te voltooien door de gemeenteraad aangenomen.
Men had toen al het plan om ooit een vliegveld op de Rechter-Maasoever aan te leggen.
Als gevolg daarvan werden alle benodigde gebouwen van hout gemaakt.
Alleen twee grote hangars (A en B) werden door een firma uit Berlijn in metaalconstructies uitgevoerd.
Toen ontrolde zich het wonderlijk tafereel van het maken van het gezellige houten vliegvelddorp, plank voor plank, in de noordoostelijke hoek van het terrein.