De Zeppelin komt 1932
Op zaterdag 11 juni 1932 lazen de lezers van het Rotterdamsch Nieuwsblad het volgende gedicht van
Koos Speenhoff in hun krant:
De Zeppelin.
Rotterdammers, wat bijzonders:
Nooit ter Waalhaven gezien....!
Gaat eens naar de landing kijken
Van de reuze-Zeppelin!
Met de welgemikte zorgen,
Door de Aeroclub betracht,
Wordt het machtige gevaarte
Ook naar Rotterdam gebracht.
Honderd vijftig stoere mannen
Moeten aan de ankers staan;
Pontonniers, studenten, sportlui
Bieden hunne spieren aan,
Honderd vijftig kloeke vrouwen
Boden zich misschien wel aan....
Maar het komt... vergeeft me, dames,
Zeer op discipline aan.
Om de kosten wat te dekken,
Heffen we een klein entree.
Niets-voor-niets, telt dezer dagen
Zeker meer dan vroeger mee.
Daarom worden geen koefnoentjes
Rond de Waalhaven geduld
Met louw-loene-Zeppelijnen
Wordt de cassa niet gevuld.
Honderdduizend grage kijkers
Worden zeker wel verwacht
En die worden dan met booten
Naar het vliegveld gebracht
Overal wordt op gerekend.
Zelfs de Spoorweg doet zijn best
Voor de kijkers uit Noord-Brabant,
Utrecht, Zeeland en de rest.
Onze Nationale Luchtvaart
Maakt er eens een luchtfeest van. Cartoon van gezagvoerder Lehman van de Zeppelin.
De fabriek... Aviolanda
Zal eens toonen, wat zij kan.
Vele K.L.M.-machines
Vullen het programma aan,
Kwieke militaire vliegers
Komen uit hun kamp vandaan.
Dikmaals staren we naar boven
Als we diep wanhopig zijn....
Nu.... gaan onze blijde oogen
Naar de blanke Zeppelijn.
En we zeggen.... onverdroten
Na die wonderlijke vlucht:
Onze toekomst, Nederlanders,
Ligt misschien wel.... in de lucht?
J. H. SPEENHOFF
Zaterdag 18 juni 1932.
De Zeppelin komt naar Rotterdam, niet om over de stad te varen, zoals op 2 oktober 1928 en op 12 oktober 1929 was gebeurd, maar het reuzengevaarte van 236 m lengte landt op Waalhaven!
Het aluminium geraamte bevat 17 afzonderlijke gascellen met daarin waterstofgas, die als grote kazen in het geraamte staan.
Elke gascel bestaat uit 50.000 koeienmagen. Een klein rekensommetje leert ons dat er dus zo’n 850.000 koeienmagen nodig zijn voor die grote sigaar.
Deze ‘Hollandfahrt’ wordt in Rotterdam georganiseerd door Jacques Kleiboer in opdracht van de Rotterdamsche Aero Club (de R.A.C.). Voor de vaart naar Rotterdam telde de R.A.C. 35000 Rijks- marken neer.
Thans zou dat zo’n 9000 euro zijn.
De luchtreis begint ’s nachts rond een uur of één in Friedrichshafen (bij het Bodenmeer) en gaat eerst richting Twente.
Daar komen enkele hoogwaardigheidsbekleders aan boord.
O.a. prins Hendrik, de echtgenoot van Koningin Wilhelmina en de ministers Reymer (Waterstaat) en Deckers (Defensie).
Om tien voor negen stijgt het luchtkasteel op en gaat het richting Rotterdam, d.w.z. via Bremen, Hamburg, Leeuwarden, de afsluitdijk, zakt men over de Hollandse provincies naar de Rotterdamse luchthaven.
Daar staan tienduizenden mensen - (sommige artikelen spreken van honderd- tot tweehonderdduizend)- op en rondom het vliegveld naar de lucht te staren.
De Rotterdamse organisatie heeft meer dan 56.000 toegangskaartjes verkocht; de Twentse ook zo’n 50.000.
Om drie uur is de luchthaven vol en zijn de betalende bezoekers langs de 800 controleurs gegaan.
Er stond zelfs een toegangspoortje bij de Rietdijk.
Echter de toegangshekjes waren gemakkelijk te omzeilen.
Ze werden zelfs omvergelopen!
Rondom het vliegveld ziet het dan ook zwart van de mensen.
Deze gigantische mensenmassa wordt eerst vergast op een luchtvaartshow.
Ze zien o.a. piloot Heintje Schmidt Crans een serie imposante runnen en klimmen, inclusief loopings weggeven in een door Aviolanda geassembleerde Curtiss ‘Hawk’, en later ook drie instructeurs van Nationale Luchtvaart School samen fraai escadrille- werk vertonen.
Koos Speenhoff in hun krant:
De Zeppelin.
Rotterdammers, wat bijzonders:
Nooit ter Waalhaven gezien....!
Gaat eens naar de landing kijken
Van de reuze-Zeppelin!
Met de welgemikte zorgen,
Door de Aeroclub betracht,
Wordt het machtige gevaarte
Ook naar Rotterdam gebracht.
Honderd vijftig stoere mannen
Moeten aan de ankers staan;
Pontonniers, studenten, sportlui
Bieden hunne spieren aan,
Honderd vijftig kloeke vrouwen
Boden zich misschien wel aan....
Maar het komt... vergeeft me, dames,
Zeer op discipline aan.
Om de kosten wat te dekken,
Heffen we een klein entree.
Niets-voor-niets, telt dezer dagen
Zeker meer dan vroeger mee.
Daarom worden geen koefnoentjes
Rond de Waalhaven geduld
Met louw-loene-Zeppelijnen
Wordt de cassa niet gevuld.
Honderdduizend grage kijkers
Worden zeker wel verwacht
En die worden dan met booten
Naar het vliegveld gebracht
Overal wordt op gerekend.
Zelfs de Spoorweg doet zijn best
Voor de kijkers uit Noord-Brabant,
Utrecht, Zeeland en de rest.
Onze Nationale Luchtvaart
Maakt er eens een luchtfeest van. Cartoon van gezagvoerder Lehman van de Zeppelin.
De fabriek... Aviolanda
Zal eens toonen, wat zij kan.
Vele K.L.M.-machines
Vullen het programma aan,
Kwieke militaire vliegers
Komen uit hun kamp vandaan.
Dikmaals staren we naar boven
Als we diep wanhopig zijn....
Nu.... gaan onze blijde oogen
Naar de blanke Zeppelijn.
En we zeggen.... onverdroten
Na die wonderlijke vlucht:
Onze toekomst, Nederlanders,
Ligt misschien wel.... in de lucht?
J. H. SPEENHOFF
Zaterdag 18 juni 1932.
De Zeppelin komt naar Rotterdam, niet om over de stad te varen, zoals op 2 oktober 1928 en op 12 oktober 1929 was gebeurd, maar het reuzengevaarte van 236 m lengte landt op Waalhaven!
Het aluminium geraamte bevat 17 afzonderlijke gascellen met daarin waterstofgas, die als grote kazen in het geraamte staan.
Elke gascel bestaat uit 50.000 koeienmagen. Een klein rekensommetje leert ons dat er dus zo’n 850.000 koeienmagen nodig zijn voor die grote sigaar.
Deze ‘Hollandfahrt’ wordt in Rotterdam georganiseerd door Jacques Kleiboer in opdracht van de Rotterdamsche Aero Club (de R.A.C.). Voor de vaart naar Rotterdam telde de R.A.C. 35000 Rijks- marken neer.
Thans zou dat zo’n 9000 euro zijn.
De luchtreis begint ’s nachts rond een uur of één in Friedrichshafen (bij het Bodenmeer) en gaat eerst richting Twente.
Daar komen enkele hoogwaardigheidsbekleders aan boord.
O.a. prins Hendrik, de echtgenoot van Koningin Wilhelmina en de ministers Reymer (Waterstaat) en Deckers (Defensie).
Om tien voor negen stijgt het luchtkasteel op en gaat het richting Rotterdam, d.w.z. via Bremen, Hamburg, Leeuwarden, de afsluitdijk, zakt men over de Hollandse provincies naar de Rotterdamse luchthaven.
Daar staan tienduizenden mensen - (sommige artikelen spreken van honderd- tot tweehonderdduizend)- op en rondom het vliegveld naar de lucht te staren.
De Rotterdamse organisatie heeft meer dan 56.000 toegangskaartjes verkocht; de Twentse ook zo’n 50.000.
Om drie uur is de luchthaven vol en zijn de betalende bezoekers langs de 800 controleurs gegaan.
Er stond zelfs een toegangspoortje bij de Rietdijk.
Echter de toegangshekjes waren gemakkelijk te omzeilen.
Ze werden zelfs omvergelopen!
Rondom het vliegveld ziet het dan ook zwart van de mensen.
Deze gigantische mensenmassa wordt eerst vergast op een luchtvaartshow.
Ze zien o.a. piloot Heintje Schmidt Crans een serie imposante runnen en klimmen, inclusief loopings weggeven in een door Aviolanda geassembleerde Curtiss ‘Hawk’, en later ook drie instructeurs van Nationale Luchtvaart School samen fraai escadrille- werk vertonen.
18 juni 1932 - De Graf-Zeppelin boven de stad, op weg naar vliegveld 'Waalhaven'.
Ze nemen op de koop toe dat piloot Scholten, die met het postvliegtuig de IJsvogel na een 9 daagse reis rechtstreeks uit Indië komt, even een tussenlanding maakt.
De ranjaverkopers, 6 cent per beker, doen goede zaken.
Kort voor vijven klinkt uit de massa “daar is ie” en “daar heb je ’m.”
Eindelijk, daar staan ze al uren op te wachten, Schmidt Crans met zijn ‘Hawk’, enkele K.L.M. vliegtuigen en ook een stuk of wat sportvliegtuigjes stijgen op om hun grote luchtbroer te begroeten.
Terwijl de zeppelin zijn ronde over Rotterdams grondgebied vaart, is op het vliegveld de voorbereiding van de landing in volle gang. Voor de landing is een lap vlakke grond van 600 bij 500 meter noodzakelijk.
Er mogen geen hoge bouwwerken of obstakels in de buurt zijn.
Zo’n honderdvijftig man, bestaande uit soldaten en leden van een gymnastiekvereniging haasten zich het veld op: de soldaten marcheren twee aan twee, de gymnasten in sierlijke looppas.
Ze nemen hun van te voren nauwkeurig afgesproken en vaak geoefende positie in. Ze doen dit gratis., immers zo dicht bij een zeppelin komt je niet gauw!
Maar goed dat het weer niet al te slecht is, anders zou een verdrievoudiging van deze ploeg noodzakelijk geweest zijn.
De Graf komt in de hoek van de Koolhoven-fabriek aanzetten en vliegt eerst over het landingsterrein heen.
Net als bij de overgang van oud- naar nieuwjaar klinken uit de haven de scheepsfluiten en toeters ter begroeting.
Gespannen kijkt de massa toe, om toch maar geen moment van deze historische gebeurtenis te hoeven missen.
Uit de stuurhut wordt een witte vlag neergelaten met een rood Andreaskruis erop.
Dit is het teken dat de landing gaat inzetten.
Nu komt de kolos terug met de voorsteven omlaag.
Hij glijdt op de landingsploeg toe, zakt lager.
De motoren slaan achteruit om af te remmen. Het is een dof brommend geluid.
Uit de neus klinken ‘Achtung Spinne’ en Achtung Ankertau’.
Dan vallen er touwen omlaag, die snel worden gegrepen.
De luchtreus zakt verder.
De landingsploeg neemt het van de motoren over.
Ze sjort de dikke sigaar naar beneden: eerst de neus met de gondel en dan wordt de staart, die nog wat omhoog hangt, gauw omlaag getrokken.
Zes over vijf: de landing is volbracht.
De landingsploeg houdt het hele gevaarte in bedwang terwijl de passagiers uit- en instappen.
Om het evenwicht niet te verstoren, wordt voor iedere passagier die uitstapt, een nieuwe gast voor de terugtocht naar Friedrichshafen ingeladen.
Onder de nieuwe lading passagiers bevinden zich generaal b.d. Snijders en zijn vrouw.
Een stoet KLM auto’s vertrekt richting gondel om de hoge gasten op te halen.
De heer Kolff, voorzitter van de R.A.C. en locoburgemeester de Jong begroeten Z.K.H. prins Hendrik en de ministers.
De hoge gasten worden naar het gebouw van de R.A.C. gebracht.
Vanwege de aanwezigheid van prins Hendrik wordt op het gebouw de prinselijke standaard gehesen.
Prins Hendrik vertelt enthousiast over de tocht.
Ondertussen zorgt de Rotterdamse Brandweer dat de Zeppelin nieuw ballastwater krijgt.
Het wachten is op de gezagvoerder, kapitein Lehmann, die gehuldigd moet worden en de cadeaus, o.a. een ets en een grote erekrans, in ontvangst moet nemen.
De politie ziet streng toe dat de mensen niet dichterbij komen.
Ze waken ervoor dat de mensenmassa op hun plek blijft.
Ook de journalisten mogen niet naar het luchtschip toe.
Hen is echter min of meer toegezegd, dat ze een rondleiding zouden krijgen.
De journalist van het tijdschrift “Het Vliegveld” mag zelfs mee met de terugreis naar Friedrichshafen.
Uiteindelijk zet de politie de verslaggevers twee aan twee in de rij.
Als het zo ordelijk gaat, zal geen enkele bezoeker op het idee komen een run op het schip te gaan nemen.
De ranjaverkopers, 6 cent per beker, doen goede zaken.
Kort voor vijven klinkt uit de massa “daar is ie” en “daar heb je ’m.”
Eindelijk, daar staan ze al uren op te wachten, Schmidt Crans met zijn ‘Hawk’, enkele K.L.M. vliegtuigen en ook een stuk of wat sportvliegtuigjes stijgen op om hun grote luchtbroer te begroeten.
Terwijl de zeppelin zijn ronde over Rotterdams grondgebied vaart, is op het vliegveld de voorbereiding van de landing in volle gang. Voor de landing is een lap vlakke grond van 600 bij 500 meter noodzakelijk.
Er mogen geen hoge bouwwerken of obstakels in de buurt zijn.
Zo’n honderdvijftig man, bestaande uit soldaten en leden van een gymnastiekvereniging haasten zich het veld op: de soldaten marcheren twee aan twee, de gymnasten in sierlijke looppas.
Ze nemen hun van te voren nauwkeurig afgesproken en vaak geoefende positie in. Ze doen dit gratis., immers zo dicht bij een zeppelin komt je niet gauw!
Maar goed dat het weer niet al te slecht is, anders zou een verdrievoudiging van deze ploeg noodzakelijk geweest zijn.
De Graf komt in de hoek van de Koolhoven-fabriek aanzetten en vliegt eerst over het landingsterrein heen.
Net als bij de overgang van oud- naar nieuwjaar klinken uit de haven de scheepsfluiten en toeters ter begroeting.
Gespannen kijkt de massa toe, om toch maar geen moment van deze historische gebeurtenis te hoeven missen.
Uit de stuurhut wordt een witte vlag neergelaten met een rood Andreaskruis erop.
Dit is het teken dat de landing gaat inzetten.
Nu komt de kolos terug met de voorsteven omlaag.
Hij glijdt op de landingsploeg toe, zakt lager.
De motoren slaan achteruit om af te remmen. Het is een dof brommend geluid.
Uit de neus klinken ‘Achtung Spinne’ en Achtung Ankertau’.
Dan vallen er touwen omlaag, die snel worden gegrepen.
De luchtreus zakt verder.
De landingsploeg neemt het van de motoren over.
Ze sjort de dikke sigaar naar beneden: eerst de neus met de gondel en dan wordt de staart, die nog wat omhoog hangt, gauw omlaag getrokken.
Zes over vijf: de landing is volbracht.
De landingsploeg houdt het hele gevaarte in bedwang terwijl de passagiers uit- en instappen.
Om het evenwicht niet te verstoren, wordt voor iedere passagier die uitstapt, een nieuwe gast voor de terugtocht naar Friedrichshafen ingeladen.
Onder de nieuwe lading passagiers bevinden zich generaal b.d. Snijders en zijn vrouw.
Een stoet KLM auto’s vertrekt richting gondel om de hoge gasten op te halen.
De heer Kolff, voorzitter van de R.A.C. en locoburgemeester de Jong begroeten Z.K.H. prins Hendrik en de ministers.
De hoge gasten worden naar het gebouw van de R.A.C. gebracht.
Vanwege de aanwezigheid van prins Hendrik wordt op het gebouw de prinselijke standaard gehesen.
Prins Hendrik vertelt enthousiast over de tocht.
Ondertussen zorgt de Rotterdamse Brandweer dat de Zeppelin nieuw ballastwater krijgt.
Het wachten is op de gezagvoerder, kapitein Lehmann, die gehuldigd moet worden en de cadeaus, o.a. een ets en een grote erekrans, in ontvangst moet nemen.
De politie ziet streng toe dat de mensen niet dichterbij komen.
Ze waken ervoor dat de mensenmassa op hun plek blijft.
Ook de journalisten mogen niet naar het luchtschip toe.
Hen is echter min of meer toegezegd, dat ze een rondleiding zouden krijgen.
De journalist van het tijdschrift “Het Vliegveld” mag zelfs mee met de terugreis naar Friedrichshafen.
Uiteindelijk zet de politie de verslaggevers twee aan twee in de rij.
Als het zo ordelijk gaat, zal geen enkele bezoeker op het idee komen een run op het schip te gaan nemen.
Overzichtsfoto van het vliegveld met de Zeppelin
Opeens klinkt er een snerpend fluitje.
De mensen zien dat de Graf los is, en met de kop omhoog, langzaam opstijgt.
Hè, de zeppelin zou toch zeker nog een uur blijven?
Commandant Lehmann had vernomen, dat het weer slechter zou worden.
Er naderde een depressie met onweer.
De wind zou gaan aanwakkeren.
Daarom koos onze zeppelincommandant ervoor niet verder de feestelijkheden en de cadeaus af te wachten, maar gaf het bevel “Luftschiff hoch” en koos vanwege de veiligheid van schip en passagiers weer snel het luchtruim.
Speciaal voor de bezoekers vliegt hij nog één keer heel laag langs de tribunes.
Uit de raampjes van de gondel wordt gezwaaid.
De adjudant van generaal Snijders wijst vanaf de grond naar een koffertje in zijn handen.
De generaal heeft geen kleding bij zich!
Ook twee mensen, die op het laatste nippertje nog een kaartje bemachtigd hebben voor de terugreis blijven verbouwereerd achter, evenals een uit Friedrichshafen telefonisch doorgegeven bestelling van kreeft, sla en eieren.
De mensenmassa wuift het luchtkasteel spontaan uit met zakdoeken en hoeden.
Het motorgezoem van de zeppelin wordt overstegen door gejuich.
Met zijn snelheid van zo’n 100 km per uur vliegt de luchtreus richting thuishaven.
De mensen gaan weer naar huis.
De voetgangers o.a. met de tram en de veerpont.
De R.E.T. zet twintig extra rijtuigen in, die om de twee minuten vertrekken.
Opkopers van de kaartjes van het wagenveer doen goede zaken: ze bieden de kaartjes aan tegen een meerprijs van 2 cent. Automobilisten, die per auto naar het spektakel zijn gaan kijken, staan in de file.
De verkeerspolitie leidt hen via omwegen, o.a. via Oud Beijerland en Brielle , terug naar huis.
Uiteindelijk keert om half tien ’s avonds de weekendrust weer op Charlois.
De mensen zien dat de Graf los is, en met de kop omhoog, langzaam opstijgt.
Hè, de zeppelin zou toch zeker nog een uur blijven?
Commandant Lehmann had vernomen, dat het weer slechter zou worden.
Er naderde een depressie met onweer.
De wind zou gaan aanwakkeren.
Daarom koos onze zeppelincommandant ervoor niet verder de feestelijkheden en de cadeaus af te wachten, maar gaf het bevel “Luftschiff hoch” en koos vanwege de veiligheid van schip en passagiers weer snel het luchtruim.
Speciaal voor de bezoekers vliegt hij nog één keer heel laag langs de tribunes.
Uit de raampjes van de gondel wordt gezwaaid.
De adjudant van generaal Snijders wijst vanaf de grond naar een koffertje in zijn handen.
De generaal heeft geen kleding bij zich!
Ook twee mensen, die op het laatste nippertje nog een kaartje bemachtigd hebben voor de terugreis blijven verbouwereerd achter, evenals een uit Friedrichshafen telefonisch doorgegeven bestelling van kreeft, sla en eieren.
De mensenmassa wuift het luchtkasteel spontaan uit met zakdoeken en hoeden.
Het motorgezoem van de zeppelin wordt overstegen door gejuich.
Met zijn snelheid van zo’n 100 km per uur vliegt de luchtreus richting thuishaven.
De mensen gaan weer naar huis.
De voetgangers o.a. met de tram en de veerpont.
De R.E.T. zet twintig extra rijtuigen in, die om de twee minuten vertrekken.
Opkopers van de kaartjes van het wagenveer doen goede zaken: ze bieden de kaartjes aan tegen een meerprijs van 2 cent. Automobilisten, die per auto naar het spektakel zijn gaan kijken, staan in de file.
De verkeerspolitie leidt hen via omwegen, o.a. via Oud Beijerland en Brielle , terug naar huis.
Uiteindelijk keert om half tien ’s avonds de weekendrust weer op Charlois.
In 2018 werkte ik mee aan de restauratie van een film over de aankomst van de zeppelin in Rotterdam.
Bas Romeijn restaureert oude filmopnamen en maakt er prachtige docu's van.
Meer prachtige films kunt u vinden op:
Meer prachtige films kunt u vinden op:
https://basromeijnfilms.blogspot.com/