Kees en Koolhoven
Bij zijn 'vroege' bezoeken aan Waalhaven, als schooljongen, zag hij de KLM-monteurs in hangar A aan de KLM-vliegtuigen werken.
Dat leek hem wel wat! Na de ambachtschool wist hij het: "Ik word luchtvaartmecanicien." Om de jeugd te interesseren voor de luchtvaart had Frits Koolhoven een Jeugdluchtvaartclub opgericht. Daar werd Kees natuurlijk lid van. Kees van Dongen |
krantenfoto uit 1939 Bij het pijltje boven Kees van Dongen en bij het kruisje beneden zijn vliegtuigmodel.
Hij bouwde samen met een vriend schaalmodellen en las de wekelijkse luchtvaarttijdschriften.
Hij bouwde samen met een vriend schaalmodellen en las de wekelijkse luchtvaarttijdschriften.
Zijn kennismaking met de Koolhovenfabriek was in september 1938. Hij begon destijds op de afdeling rompenbouw, die onder leiding stond van dhr. De Groot. Er waren daar flink wat mensen die aan een bankschroef werkten, zoals Kees dat ook moest doen. Bovendien zaten er om een zware ijzeren plaat meer dan 10 autogeen-lassers (met gas en zuurstof), die er aan allerlei onderdelen lasten. Tenslotte waren er ook nog de echte rompenbouwers, die van te voren op maat gemaakte naadloze stalen buizen tot een romp in elkaar lasten. Het kon gebeuren dat de rompenbouwers méér rompen maakten, dan de montageafdeling, onder leiding van Willem de Nijs, kon verwerken. Dan werden de rompen, die alleen nog maar een skelet van buizen waren, voorzichtig in de dakspanten boven de rompenbouw gelegd. Behalve door de ruiten (aan de zuidkant) zag je daar geen complete vliegtuigen.
Na een tijd ging hij naar werkmeester Kroll. Hij vroeg aan Kroll of hij in een van de 'startploegen' zou mogen werken. De startploegen waren de werkploegen, die het hele vliegtuig controleerden, naliepen en het vliegtuig startklaar maakten. Dat vond Kroll geen goed idee; hij plaatste hem bij de motorploeg.
In deze motorafdeling, die onder leiding stond van Harry Sekker, werkte hij aan de gasbediening.
Hij werd toegevoegd aan een ploegje werkers dat onder leiding stond van 'voorman' Jan Johannessen.
Zij verzorgden aan diverse typen vliegtuigen de 'gasbediening'. D.w.z. de gashandels en de staaldraden in buisjes en de koppelingen. Dus van de cockpit naar de carburators van de vliegtuigmotoren. In die Grote Loods stonden flink wat toestellen, die vrijwel gereed waren, van de typen die ze toen bouwden, zoals de F.K.51; 56 en 58. Er waren nog wat vliegtuigen van eerdere typen. Hij vond het een lieve lust met zijn gereedschap op weg te gaan, om een opdracht uit te voeren!
Alleen het proefdraaien van de vliegtuigmotoren, deden de mensen die met Jan Johannessen aan de gasbediening werkten, meestal niet. Toch werd Kees in de winter van 1939/40 gezegd met een oudere monteur, Arie Leeuwenburg, mee te gaan om een F.K.51 proef te laten draaien. Het toestel stond in de kleine houten hangar C, die toen als schilderswerkplaats diende. Omdat het winter was, alles lag onder de sneeuw, met een temperatuur onder het vriespunt, moest eerst de smeerolie opgewarmd worden. Bij een stermotor, met de cilinders in een cirkel OM het carter, kan er geen olie in het carter liggen, maar wel in een olietank, waar de olie na gebruik in teruggepompt wordt. In die olietank, werd door de vulopening een verwarmingselement gelegd. In de cockpit was dan op de meter de temperatuur af te lezen.
Wat later, deden ze de hangardeuren open en duwden het toestel naar buiten, in de sneeuw.
De FK 51 krijgt blokken voor de wielen en na een poosje is het zover dat de motor wordt aangeslagen en draait. Omdat een poosje met maximum toeren gedraaid zal moeten worden, krijgt hij de opdracht op het hoogteroer te gaan hangen. Zo wordt voorkomen dat het vliegtuig plotseling op z'n neus zal gaan staan! Hij leunt dan op dat roer, met zijn rug naar de schroefwind. De motor brult éénmaal op z'n hardst, dan wat minder, dan nogmaals op vol toeren! Het is vreselijk koud. Hij voelt de staart omhoog drukken, het leunen is dus niet voor niets! Dan is de motor op temperatuur, alles is O.K. .
Motor af en het toestel kan weer naar binnen.
De prachtige jaren bij Koolhoven eindigden abrupt...
De ontslagbrief van Kees.
Na de 10e mei laat de vliegerij hem niet los. Het wordt een van zijn grote passies.
Van vliegveld Waalhaven en de Koolhovenfabriek legt hij een verzameling aan. Elke week werkt hij hier aan. Naast verzamelen schrijft en belt hij met oud-medewerkers en via via krijgt hij veel nieuwe contacten. Hij vindt het dan ook een hele eer in 2001 aan het programma "De Vliegmensch" een documentaire mee te werken. Dit programma van Sytze van der Zee in de serie "Dokwerk" gaat over de 'vergeten' Nederlandse vliegtuigbouwer Frits Koolhoven". In hetzelfde jaar verscheen van de zelfde auteur bij de Bezige Bij ook een boek met als titel "Frits Koolhoven, een vergeten legende"
Van vliegveld Waalhaven en de Koolhovenfabriek legt hij een verzameling aan. Elke week werkt hij hier aan. Naast verzamelen schrijft en belt hij met oud-medewerkers en via via krijgt hij veel nieuwe contacten. Hij vindt het dan ook een hele eer in 2001 aan het programma "De Vliegmensch" een documentaire mee te werken. Dit programma van Sytze van der Zee in de serie "Dokwerk" gaat over de 'vergeten' Nederlandse vliegtuigbouwer Frits Koolhoven". In hetzelfde jaar verscheen van de zelfde auteur bij de Bezige Bij ook een boek met als titel "Frits Koolhoven, een vergeten legende"
Kees laat een omvangrijke documentatie over Waalhaven en Koolhoven na met vele foto's, technische details en originele en gekopieerde documenten.
Interessant voor zowel de techneut als de burger, die geïnteresseerd is in de luchtvaartgeschiedenis van het vliegveld Waalhaven en de Koolhoven NV.
Interessant voor zowel de techneut als de burger, die geïnteresseerd is in de luchtvaartgeschiedenis van het vliegveld Waalhaven en de Koolhoven NV.