Lucky Lindy visits Waalhaven twice!
In november 1933 komt Charles Lindbergh naar Nederland.
De bij de vliegerij in Nederland betrokken mensen begroeten de luchtvaartpionier met open armen.
Na de wereldcrisis van 1929 zijn de opdrachten niet bepaald voor het opscheppen en enige positieve publiciteit is meer dan welkom.
Pionier
Hij was het, die in mei 1927 als eerste de oversteek over de Atlantische Oceaan van Amerika naar Europa maakte.
Na een vlucht van 5810 kilometers landde hij destijds, op 21 mei 1927, met zijn Spirit of St. Louis op het Parijse vliegveld Le Bourget. Deze eerste non-stop trans-Atlantische vlucht, die op 20 mei was begonnen in New York, leverde hem 25000 dollar op.
Na 33,5 uur vliegen en zo’n 55 uur niet geslapen te hebben, werd hij enthousiast als een held begroet.
En die held zou hij nog even blijven.
Trans-Atlantische onderzoeksvlucht
Lindbergh wordt thans nog steeds erkend voor zijn werk in het ontdekken en vastleggen van polaire vluchtroutes, vliegtechnieken op grote hoogte en het verbeteren van de vliegtijd door het verminderen van het brandstofverbruik.
Zijn ervaringen en experimentele tochten, legden de basis voor het intercontinentale luchtverkeer van nu.
Lindbergh begon in juli 1933 samen met zijn vrouw Anne Morrow een soort wereldreis.
Ze startten deze Atlantische onderzoeksvlucht op 9 juli met hun omgebouwde Lockheed Sirius (o.a. met drijvers in plaats van landingswielen).
Deze moeilijke, 5,5 maand durende vlucht, werd gemaakt in opdracht van de Pan American Airlines om de toekomstige commerciële luchtroutes voor deze maatschappij in kaart te brengen.
Na New York komen ze in Groenland aan.
Daar krijgt hun Sirius dankzij de inheemse Eskimokinderen zijn naam: “Tingmissartoq”.
Zo noemden deze kinderen de kist, wat in de Eskimose taal “hij die als een grote vogel vliegt” betekent.
Lindbergh, als piloot en zijn vrouw als copiloot, navigator en radiotelegrafist, doen achtereenvolgens Denemarken, Zweden, Finland en Rusland aan.
Hun reis gaat vervolgens kriskras door Europa naar de Westkust van Afrika.
De route is: Groot-Brittannië, Frankrijk, Nederland, Zwitserland, de Canarische eilanden, Kaapverdië, Senegal en Gambia om van daar uit aan de gevaarlijke terugtocht over het zuidelijke deel van de Atlantische Oceaan via Brazilië en Florida naar New York te beginnen. Daar komen ze op 19 december aan.
Ze hebben 29000 miles afgelegd en 23 landen bezocht...
In Nederland
Op donderdag 2 november 1933 kwam de Tingmissartoq aan op vliegkamp Schellingwoude ten noorden van Amsterdam.
Bij de marinevliegdienst ging het niet van een leien dakje:
Eerst deed de lier, die de Lockheed Sirius uit het water moest trekken het niet en daarna bleef de wagen, waarop het toestel moest rusten, steken.
Nee, Lindbergh had niet echt een positieve start in Nederland.
Na een goede nachtrust bezoekt Lucky Lindy het KLM hoofdkantoor in Den Haag en vliegveld Waalhaven, waar de directeur van de KLM Plesman hem rondleidt en hij o.a. Koolhoven ontmoet in diens vliegtuigfabriek.
Het tijdschrift “Het Vliegveld” verbaast zich in december 1933 over de hele stoet hoogwaardigheidsbekleders, die, al hoewel Lindbergh daar een hekel aan heeft, meegaat: “Psychologisch interesssant is, dat bij de vliegveldbezoeken ’n heele kudde lieden meende tot 'het gevolg’ te moeten behooren en steady achter den beroemden Amerikaan aansjokte”.
De dag erna gaat Lindy naar de Fokkerfabriek en ook bezoekt hij Schiphol.
Hij luncht daar in een hangaar bij de technici van dienst en de piloten, die toevallig aanwezig zijn, terwijl hij met ze over het vliegen praat.
Na enkele rustdagen stijgt hij op 7 november om kwart voor twaalf op met de bedoeling naar Genève te vliegen.
Echter om half vijf ’s middags is de Tingmissartoq plotseling onverwachts boven vliegveld Waalhaven te zien.
Na zo’n 350 km te hebben gevlogen, wordt het boven Frankrijk erg mistig.
Lindbergh vliegt “op zijn instrumenten” terug naar het noorden om zich te kunnen oriënteren.
Het wolkendek zit potdicht en de weerberichten voor het zuiden zijn in tegenstelling tot die van het noorden zeer ongunstig.
Hij besluit daarom terug te keren.
Oorspronkelijk had hij als doel terug te gaan naar Amsterdam, maar bij het invallen van de avondlijke schemering besluit hij dat het verstandiger is om boven Rotterdam te gaan dalen.
Boven vliegveld Waalhaven vliegt hij enkele rondjes om de aandacht te trekken.
Daarna landt hij in de Waalhaven.
De bij de vliegerij in Nederland betrokken mensen begroeten de luchtvaartpionier met open armen.
Na de wereldcrisis van 1929 zijn de opdrachten niet bepaald voor het opscheppen en enige positieve publiciteit is meer dan welkom.
Pionier
Hij was het, die in mei 1927 als eerste de oversteek over de Atlantische Oceaan van Amerika naar Europa maakte.
Na een vlucht van 5810 kilometers landde hij destijds, op 21 mei 1927, met zijn Spirit of St. Louis op het Parijse vliegveld Le Bourget. Deze eerste non-stop trans-Atlantische vlucht, die op 20 mei was begonnen in New York, leverde hem 25000 dollar op.
Na 33,5 uur vliegen en zo’n 55 uur niet geslapen te hebben, werd hij enthousiast als een held begroet.
En die held zou hij nog even blijven.
Trans-Atlantische onderzoeksvlucht
Lindbergh wordt thans nog steeds erkend voor zijn werk in het ontdekken en vastleggen van polaire vluchtroutes, vliegtechnieken op grote hoogte en het verbeteren van de vliegtijd door het verminderen van het brandstofverbruik.
Zijn ervaringen en experimentele tochten, legden de basis voor het intercontinentale luchtverkeer van nu.
Lindbergh begon in juli 1933 samen met zijn vrouw Anne Morrow een soort wereldreis.
Ze startten deze Atlantische onderzoeksvlucht op 9 juli met hun omgebouwde Lockheed Sirius (o.a. met drijvers in plaats van landingswielen).
Deze moeilijke, 5,5 maand durende vlucht, werd gemaakt in opdracht van de Pan American Airlines om de toekomstige commerciële luchtroutes voor deze maatschappij in kaart te brengen.
Na New York komen ze in Groenland aan.
Daar krijgt hun Sirius dankzij de inheemse Eskimokinderen zijn naam: “Tingmissartoq”.
Zo noemden deze kinderen de kist, wat in de Eskimose taal “hij die als een grote vogel vliegt” betekent.
Lindbergh, als piloot en zijn vrouw als copiloot, navigator en radiotelegrafist, doen achtereenvolgens Denemarken, Zweden, Finland en Rusland aan.
Hun reis gaat vervolgens kriskras door Europa naar de Westkust van Afrika.
De route is: Groot-Brittannië, Frankrijk, Nederland, Zwitserland, de Canarische eilanden, Kaapverdië, Senegal en Gambia om van daar uit aan de gevaarlijke terugtocht over het zuidelijke deel van de Atlantische Oceaan via Brazilië en Florida naar New York te beginnen. Daar komen ze op 19 december aan.
Ze hebben 29000 miles afgelegd en 23 landen bezocht...
In Nederland
Op donderdag 2 november 1933 kwam de Tingmissartoq aan op vliegkamp Schellingwoude ten noorden van Amsterdam.
Bij de marinevliegdienst ging het niet van een leien dakje:
Eerst deed de lier, die de Lockheed Sirius uit het water moest trekken het niet en daarna bleef de wagen, waarop het toestel moest rusten, steken.
Nee, Lindbergh had niet echt een positieve start in Nederland.
Na een goede nachtrust bezoekt Lucky Lindy het KLM hoofdkantoor in Den Haag en vliegveld Waalhaven, waar de directeur van de KLM Plesman hem rondleidt en hij o.a. Koolhoven ontmoet in diens vliegtuigfabriek.
Het tijdschrift “Het Vliegveld” verbaast zich in december 1933 over de hele stoet hoogwaardigheidsbekleders, die, al hoewel Lindbergh daar een hekel aan heeft, meegaat: “Psychologisch interesssant is, dat bij de vliegveldbezoeken ’n heele kudde lieden meende tot 'het gevolg’ te moeten behooren en steady achter den beroemden Amerikaan aansjokte”.
De dag erna gaat Lindy naar de Fokkerfabriek en ook bezoekt hij Schiphol.
Hij luncht daar in een hangaar bij de technici van dienst en de piloten, die toevallig aanwezig zijn, terwijl hij met ze over het vliegen praat.
Na enkele rustdagen stijgt hij op 7 november om kwart voor twaalf op met de bedoeling naar Genève te vliegen.
Echter om half vijf ’s middags is de Tingmissartoq plotseling onverwachts boven vliegveld Waalhaven te zien.
Na zo’n 350 km te hebben gevlogen, wordt het boven Frankrijk erg mistig.
Lindbergh vliegt “op zijn instrumenten” terug naar het noorden om zich te kunnen oriënteren.
Het wolkendek zit potdicht en de weerberichten voor het zuiden zijn in tegenstelling tot die van het noorden zeer ongunstig.
Hij besluit daarom terug te keren.
Oorspronkelijk had hij als doel terug te gaan naar Amsterdam, maar bij het invallen van de avondlijke schemering besluit hij dat het verstandiger is om boven Rotterdam te gaan dalen.
Boven vliegveld Waalhaven vliegt hij enkele rondjes om de aandacht te trekken.
Daarna landt hij in de Waalhaven.
Het vliegtuig van Lindbergh drijft hier in de meest Z.O.-hoek van de Waalhaven.
De oever met de bomen is de Waalhaven-Oostzijde
Personeel van het vliegveld gaat er op af in enkele roeiboten en helpt hem het toestel aan een vlonder af te meren.
Koolhoven staat al klaar op de steiger.
Ze begroeten elkaar alsof ze oude vrienden zijn.
“Lucky Lindy” rekent iedereen die net zo ‘vlieg gek’ is als hij tot zijn vrienden!
De linker staartvleugel heeft op het ruwe water een kleine beschadiging opgelopen.
Koolhoven trommelt bekleder Wout van Turenhout op.
Vanuit een roeiboot repareert deze de scheur in de linker stabilo door er een nieuw stuk linnen overheen te plakken.
Koolhoven kijkt vanaf de steiger toe. D
aarna eet Lindbergh samen met Koolhoven in diens werkruimte enkele boterhammen met kaas en koffie.
Koolhoven kan zich vanuit financieel oogpunt geen uitgebreide diners veroorloven en de Lindberghs houden niet van poespas.
(Viruly, schrijver en vliegenier , schreef hierover in een inleiding voor het boek “Om de Noord naar het verre Oosten” dat Lindy liever kameraadschappelijk over zijn werk vertelde bij krentenbroodjes in een hangaar met mensen, die direct bij de vliegerij betrokken waren, dan met onverschillig welke hoge Piet en met welke hoge waardering voor zijn verdiensten onder het genot van een glas champagne te converseren.
Hij hield meer van “ heart to heart talk”, dan van officiële ontvangsten met ceremonies.
Dat zagen we al eerder bij zijn bezoek aan Schiphol).
De Lindberghs nemen voor één nacht hun intrek in Hotel Weimar.
Op 8 november rond 12 uur vliegen de Lindberghs naar Zwitserland, nagezwaaid door Koolhoven en werknemers van zijn fabriek en het vliegveld.
Koolhoven staat al klaar op de steiger.
Ze begroeten elkaar alsof ze oude vrienden zijn.
“Lucky Lindy” rekent iedereen die net zo ‘vlieg gek’ is als hij tot zijn vrienden!
De linker staartvleugel heeft op het ruwe water een kleine beschadiging opgelopen.
Koolhoven trommelt bekleder Wout van Turenhout op.
Vanuit een roeiboot repareert deze de scheur in de linker stabilo door er een nieuw stuk linnen overheen te plakken.
Koolhoven kijkt vanaf de steiger toe. D
aarna eet Lindbergh samen met Koolhoven in diens werkruimte enkele boterhammen met kaas en koffie.
Koolhoven kan zich vanuit financieel oogpunt geen uitgebreide diners veroorloven en de Lindberghs houden niet van poespas.
(Viruly, schrijver en vliegenier , schreef hierover in een inleiding voor het boek “Om de Noord naar het verre Oosten” dat Lindy liever kameraadschappelijk over zijn werk vertelde bij krentenbroodjes in een hangaar met mensen, die direct bij de vliegerij betrokken waren, dan met onverschillig welke hoge Piet en met welke hoge waardering voor zijn verdiensten onder het genot van een glas champagne te converseren.
Hij hield meer van “ heart to heart talk”, dan van officiële ontvangsten met ceremonies.
Dat zagen we al eerder bij zijn bezoek aan Schiphol).
De Lindberghs nemen voor één nacht hun intrek in Hotel Weimar.
Op 8 november rond 12 uur vliegen de Lindberghs naar Zwitserland, nagezwaaid door Koolhoven en werknemers van zijn fabriek en het vliegveld.
Adieu, echtpaar Lindbergh. De definitieve start van de Lockheed “Sirius” vanuit de Waalhaven op weg naar Genève. Op de achtergrond zijn de bomen van de Schulpweg te zien.