KLM2
Nadat de Eerste Wereldoorlog in 1918 was geëindigd, kreeg de burgerluchtvaart de kans zich te ontwikkelen.
Van diverse kanten werden ook zeer grote langeafstands- vluchten ondernomen.
Meerdere malen met succes!
Toch gingen vaak vliegtuigen verloren, omdat ze niet tegen de moeilijke omstandigheden opgewassen waren.
Na meerdere Europese luchtlijnen regelmatig bevlogen te hebben, begon de directie van de K.L.M. te denken aan een vlucht naar Nederlands Oost-Indië, dat nu als Indonesië bekend is.
Zoals Fokker jaren lang zou doen, bracht men in het voorjaar van 1924 een nieuw type vliegtuig uit, dat wat groter was als het vorige. De motor was wat sterker en er was de mogelijkheid om een grotere afstand te vliegen.
In dit geval was het de Fokker F.VII. De K.L.M. stelde dit vliegtuig in dienst op de lijn Amsterdam-Londen.
120 Uren vloog het op deze lijn met aan het stuur 1e luitenant-vlieger H. van Weerden Poelman en A.NJ. Thomassen 'A Thuessink van der Hoop. Tenslotte zou als mecanicien P.A. van den Broeke meegaan.
In de zomer van 1924 zou dit drietal ervaring genoeg opdoen met de F.VII om een vlucht naar " de Oost" te kunnen maken.
Alle voorkomende dingen werden bekeken.
Echter in 1924 was op de route zelf niets speciaal klaargemaakt.
Wel werden afspraken gemaakt over de levering van olie en benzine.
Ook reserve-onderdelen werden op diverse plaatsen gebracht.
Op de hulp van de Royal Air Force kon men rekenen! In Aziatische landen was de RAF veelal aanwezig.
Het was de KLM-Technische Dienst op Waalhaven die het vliegtuig in prima staat bracht om deze vlucht te kunnen maken.
Op de foto zien we de H-NACC op het veld van Waalhaven bij het afstellen van het kompas.
Het landingsgestel is voorzien van vele stangetjes en pijpjes! Later zou men een eenvoudiger landingsgestel maken met schokbrekers erin!
Onder de Rolls Royce-motor steekt een radiateur naar buiten, voor het op lage temperatuur houden van het koelwater.
Links van de vuurtoren zien we de pijpen van rijnsleepboten, die zonder werk IN de Waalhaven "opgelegd" waren, zoals men zei.
Op 1 oktober 1924 begon de grote vlucht vanaf Schiphol. Het was toen wel zo dat Waalhaven een betere accommodatie bood dan Schiphol!
Maar de aanwezigheid van Amsterdam, de hoofdstad van ons land, was een belang waar de KLM grote waarde aan hechtte.
Met een snelheid van circa 130 km per uur bewoog de Fokker zich over ons land, Duitsland en verder.
Van der Hoop zou in 1925 een kloek boek laten verschijnen, waarin alle gebeurtenissen stonden beschreven.
De titel was "Door de lucht naar Indië". Zoveel mogelijk vloog men langs spoorwegen, rivieren en kanalen, van stad tot stad.
Meestal was er één piloot in de cockpit; de ander tekende de vlucht aan op de kaarten en hield de administratie bij. Van den Broeke verbleef tijdens de vluchten meestal in zijn hangmat. Voor het eerst werd geland bij Praag.
De volgende dagen vlogen zij over een totaal onbekende omgeving.
Over bergen, door een vrij nauwe kloof in de bergen en over wijde vlakten, met een rustig lopende motor, die 1780 toeren per minuut draaide. Ineens een stijgende thermometer - stoomontwikkeling - langzamere loop van de motor enkele knallen en dan stilte...
Harde stoten over de Bulgaarse grond.
Van diverse kanten werden ook zeer grote langeafstands- vluchten ondernomen.
Meerdere malen met succes!
Toch gingen vaak vliegtuigen verloren, omdat ze niet tegen de moeilijke omstandigheden opgewassen waren.
Na meerdere Europese luchtlijnen regelmatig bevlogen te hebben, begon de directie van de K.L.M. te denken aan een vlucht naar Nederlands Oost-Indië, dat nu als Indonesië bekend is.
Zoals Fokker jaren lang zou doen, bracht men in het voorjaar van 1924 een nieuw type vliegtuig uit, dat wat groter was als het vorige. De motor was wat sterker en er was de mogelijkheid om een grotere afstand te vliegen.
In dit geval was het de Fokker F.VII. De K.L.M. stelde dit vliegtuig in dienst op de lijn Amsterdam-Londen.
120 Uren vloog het op deze lijn met aan het stuur 1e luitenant-vlieger H. van Weerden Poelman en A.NJ. Thomassen 'A Thuessink van der Hoop. Tenslotte zou als mecanicien P.A. van den Broeke meegaan.
In de zomer van 1924 zou dit drietal ervaring genoeg opdoen met de F.VII om een vlucht naar " de Oost" te kunnen maken.
Alle voorkomende dingen werden bekeken.
Echter in 1924 was op de route zelf niets speciaal klaargemaakt.
Wel werden afspraken gemaakt over de levering van olie en benzine.
Ook reserve-onderdelen werden op diverse plaatsen gebracht.
Op de hulp van de Royal Air Force kon men rekenen! In Aziatische landen was de RAF veelal aanwezig.
Het was de KLM-Technische Dienst op Waalhaven die het vliegtuig in prima staat bracht om deze vlucht te kunnen maken.
Op de foto zien we de H-NACC op het veld van Waalhaven bij het afstellen van het kompas.
Het landingsgestel is voorzien van vele stangetjes en pijpjes! Later zou men een eenvoudiger landingsgestel maken met schokbrekers erin!
Onder de Rolls Royce-motor steekt een radiateur naar buiten, voor het op lage temperatuur houden van het koelwater.
Links van de vuurtoren zien we de pijpen van rijnsleepboten, die zonder werk IN de Waalhaven "opgelegd" waren, zoals men zei.
Op 1 oktober 1924 begon de grote vlucht vanaf Schiphol. Het was toen wel zo dat Waalhaven een betere accommodatie bood dan Schiphol!
Maar de aanwezigheid van Amsterdam, de hoofdstad van ons land, was een belang waar de KLM grote waarde aan hechtte.
Met een snelheid van circa 130 km per uur bewoog de Fokker zich over ons land, Duitsland en verder.
Van der Hoop zou in 1925 een kloek boek laten verschijnen, waarin alle gebeurtenissen stonden beschreven.
De titel was "Door de lucht naar Indië". Zoveel mogelijk vloog men langs spoorwegen, rivieren en kanalen, van stad tot stad.
Meestal was er één piloot in de cockpit; de ander tekende de vlucht aan op de kaarten en hield de administratie bij. Van den Broeke verbleef tijdens de vluchten meestal in zijn hangmat. Voor het eerst werd geland bij Praag.
De volgende dagen vlogen zij over een totaal onbekende omgeving.
Over bergen, door een vrij nauwe kloof in de bergen en over wijde vlakten, met een rustig lopende motor, die 1780 toeren per minuut draaide. Ineens een stijgende thermometer - stoomontwikkeling - langzamere loop van de motor enkele knallen en dan stilte...
Harde stoten over de Bulgaarse grond.
1924 - De nieuwe Fokker F VII op
Waalhaven.
Het landingsgestel zakt aan de rechterkant in elkaar bij het neerdalen op 25 km van Philippopel.
Na veel problemen werd er per telegraaf met Nederland gesproken. Het weekblad "Het Leven" schonk een nieuwe motor!
Van den Broeke haalde uit het oliefilter stukjes van zuigers en gebroken zuigerveren.
Een team van mensen van Fokker en de KLM kwam en begon aan de reparatie van het vliegtuig.
De kapotte motor werd in de kist gezet, waarmee de nieuwe motor gebracht werd.
Met grote letters werd op die kist geschreven aan "KLM- Waalhaven - Rotterdam "
Het eerste stuk van die terugreis gebeurde op een voort dokkerende wagen, door ossen getrokken.
Op 2 november 1924 was de H-NACC weer in de lucht en de motor bleef verder rustig zijn werk doen!
Bij het passeren van de bergen tussen Turkije en Syrië vlogen zes grote arenden, de brede vleugels roerloos uitgestrekt, de Fokker tegemoet!
Grandioos!
Voortdurend werd uitgekeken naar eventuele noodlandingsterreinen.
Vliegend over de Perzische (nu Iraanse) kusten zou het onmogelijk geweest zijn daar ergens op de rotsen neer te strijken!
De vlucht werd toch, méde door de grote zorgvuldigheid van de bemanning, een succes!
Op 24 november 1924 bereikte men Batavia wat nu Jakarta heet.
Na demonstratievluchten keerde het vliegtuig en de bemanning tenslotte per schip naar Waalhaven terug.
Na veel problemen werd er per telegraaf met Nederland gesproken. Het weekblad "Het Leven" schonk een nieuwe motor!
Van den Broeke haalde uit het oliefilter stukjes van zuigers en gebroken zuigerveren.
Een team van mensen van Fokker en de KLM kwam en begon aan de reparatie van het vliegtuig.
De kapotte motor werd in de kist gezet, waarmee de nieuwe motor gebracht werd.
Met grote letters werd op die kist geschreven aan "KLM- Waalhaven - Rotterdam "
Het eerste stuk van die terugreis gebeurde op een voort dokkerende wagen, door ossen getrokken.
Op 2 november 1924 was de H-NACC weer in de lucht en de motor bleef verder rustig zijn werk doen!
Bij het passeren van de bergen tussen Turkije en Syrië vlogen zes grote arenden, de brede vleugels roerloos uitgestrekt, de Fokker tegemoet!
Grandioos!
Voortdurend werd uitgekeken naar eventuele noodlandingsterreinen.
Vliegend over de Perzische (nu Iraanse) kusten zou het onmogelijk geweest zijn daar ergens op de rotsen neer te strijken!
De vlucht werd toch, méde door de grote zorgvuldigheid van de bemanning, een succes!
Op 24 november 1924 bereikte men Batavia wat nu Jakarta heet.
Na demonstratievluchten keerde het vliegtuig en de bemanning tenslotte per schip naar Waalhaven terug.